Intern verslag 71
Archiefonderzoek naar Orthenstraat 61-65
In het najaar van 1998 is archiefonderzoek verricht naar de middeleeuwse bebouwing ter plaatse van Orthenstraat 61-65 en het daarachter gelegen terrein. Hierbij is ook de onmiddellijk ten noorden daarvan staande bebouwing aan de andere kant van het Peter de Gekstraatje betrokken.
Om te beginnen moet worden opgemerkt dat de huisnummeraanduiding op de mij verstrekte plattegronden sterk afwijkt van de werkelijke nummering. Ik ga uit van de werkelijke huisnummering, die aansluit bij de historisch gegroeide situatie. Van noord naar zuid gaat het om de volgende percelen:
- 67-69 (op de plattegrond 67-69-65);
- 65 (door mij aangeduid als A en B; op de plattegrond 63);
- 63 (door mij aangeduid als C; op de plattegrond geen nummer);
- 61 (door mij aangeduid als D; op de plattegrond 61-63).
Orthenstraat 67-69
Het gaat hierbij om een perceel met een breedte van 21 voet (6,03 meter). In 1337 en 1351 was het in het bezit van Lode Albertsz., blijkens belendingen die in akten uit die jaren worden genoemd.1 In 1381 stond op het perceel een voorhuis. Het was toen in het bezit van Jordaan van Heukelom en werd gesitueerd tussen het erf van Hendrik Schilder en een weg die bij het buis van Jordaan hoorde. Dit zal de voorganger van het latere Peter de Gekstraatje zijn geweest. De weg was met de dakdrup van Gerrit Hendriksz. Wilde 5 voet minus 3 duim breed (1,36 meter). Het (perceel van het) voorhuis was 89 1/2 voet (25,69 meter) diep. Op 28 augustus 1381 gaf Jordaan van Heukelom het complex in jaarlijkse en erfelijke cijns aan Philip van Beuningen de messenmaker. Als voorwaarde werd gesteld dat Jordaan en Filip op gemeenschappelijke kosten zouden onderhouden de weg, strekkende van de straat tot achter aan het water, de trap en het toilet bij het water en de poort voor aan de straat.2Op 13 november 1410 droeg Geertruid de weduwe van Philip de messenmaker het vruchtgebruik dat zij bezat in huis, erf en tuin met hun toebeho-
1. | GAH, R.-k. weeshuis 6. Zie hierna. |
2. | GAH, R 1176, fol. 217v: Iordanus de Hoculem domum suam anteriorem et aream sitam in Buscoducis in vico Orthensi inter hereditatem Henrici Scilder ex uno et inter viam ibidem, ad domum Iordani spectantem, que via cum stillicidio Gerardi filii Henrici Wilde continet in latitudine quinque pedatas minus tribus digitis ex alio, et que domus anterior et area continet in longitudine octuagintanovem et dimidiam pedatas, mensu - rando a predicto vico retrorsum, ut dicebat, dedit ad hereditarium censum Philippo de Boningen den mesmaker, ab eodem hereditarie possidendum pro censu domini annuatim ex predicta domo et area et via de iure solvendo et pro hereditario censu quinque librarum monete annuatim exinde solvendo et? dando, atque pro hereditario censu trium librarum monete, dando sibi ab anno hereditarie mediatim Domini et meditatim Iohannis, et primo termino a nativitatis Domini proxime ultra annum ex premissa?, ---, tali condicione annexa quod dictus Iordanus et Philippus dicta via tendente a dicto vico retrorsum usque ad aquam communem atque gradu consistente ad finem dicte vie iuxta dictam aquam, et cloaca consistente ibidem iuxta dictam aquam, et porta consistente in principio dicte vie iuxta dictum vicum perpetue communiter utentur et fruentur et perpetue in bona dispositione sub? eorum communibus expensis tenebunt et conservabunt. |